Rentevoet

20 jaar
4,15%
25 jaar
4,20%
30 jaar
4,35%

Overbruggingskrediet voorbeeld uit de praktijk

Je wil een nieuwe woning kopen. Maar tegelijkertijd wil je ook je huidige woning verkopen. Aangezien je bestaande woonst niet verkocht zal zijn vooraleer de aankoop van je nieuwe woning een feit is, heb je een overbruggingskrediet nodig. Hoe gaat dit concreet in zijn werk? We leggen het uit aan de hand van 3 voorbeelden.

 

Overbruggingskrediet voorbeeld 1

Je wil een nieuw huis kopen ter waarde van 300.000 euro. Je bestaande woning is 250.000 euro waard. Van je huidige hypothecaire lening moet je 50.000 euro aan kapitaal terugbetalen. 

Je stelt eerst een financieel plan op. Daaruit blijkt dat je, als je de kosten voor registratiebelasting, notaris en het krediet meetelt, in totaal ongeveer 380.000 euro nodig hebt. Hierin zit ook de herfinanciering van jouw bestaande hypotheeklening in. Die 380.000 euro wordt opgesplitst in 2 kredieten: een overbruggingskrediet voor 175.000 euro (quotiteit van 70%) en een hypothecaire lening voor 205.000 euro. Als jij jouw huis verkoopt voor 250.000 euro, betaal je het overbruggingskrediet terug en hou je dus 75.000 euro over (250.000 – 175.000) als extra reserve. De resterende 205.000 euro los je bijvoorbeeld af op een termijn van 20 jaar.

 

Overbruggingskrediet voorbeeld 2

Je wil een nieuw huis kopen ter waarde van 300.000 euro. Je bestaande woning is 250.000 euro waard. Van je huidige hypothecaire lening moet je nog 150.000 euro aan kapitaal terugbetalen. 

Uit je financieel plan blijkt dat je in totaal 482.000 euro nodig hebt. Ook hier heb je rekening gehouden met de herfinanciering van jouw bestaand hypothecair krediet. Dat totaalbedrag wordt verdeeld tussen een overbruggingskrediet van 175.000 euro (quotiteit van 70%) en een hypothecair krediet voor een bedrag van 307.000 euro. De verkoopprijs voor je huis valt tegen. Je krijgt niet de verwachte 250.000 euro, maar wel 210.000 euro. Na terugbetaling van je overbruggingskrediet, hou je dus nog 35.000 euro (210.000 – 175.000) extra over als reserve. Het krediet van 307.000 euro betaal je bijvoorbeeld op 20 jaar terug.

 

Overbruggingskrediet voorbeeld 3

Je wil een nieuw huis kopen ter waarde van 300.000 euro. Je bestaande woning is 250.000 euro waard. De hypotheeklening voor je huidige woning is afbetaald.

Je financieel plan toont aan dat je ongeveer 333.000 euro nodig hebt. Je geeft er de voorkeur aan om een zo groot mogelijk bedrag te lenen via een overbruggingskrediet. Als je daarvoor tussentijds intresten betaalt, is een quotiteit van 90% mogelijk. Zo wordt het totaalbedrag van 333.000 euro opgesplitst tussen een overbruggingskrediet van 225.000 euro en een hypothecair krediet voor een bedrag van 108.000 euro. Je verkoopt je huis voor het mooie bedrag van 265.000 euro. Na terugbetaling van je overbruggingskrediet, hou je dus nog 40.000 euro (265.000 – 225.000) extra over. Je hypotheeklening, goed voor een bedrag van ‘slechts’ 108.000 euro, betaal je dan bijvoorbeeld terug op 20 jaar.

 

Overbruggingskrediet simulatie

Met onze berekeningstool voor de simulatie van een overbruggingskrediet krijg je meteen een goed voorbeeld hoeveel je maandelijks moet afbetalen. Of lees meer over de voordelen van een simulatie van een overbruggingskrediet.

 

Persoonlijk advies voor soepel overbruggingskrediet door specialist

Om jouw financieel plan uit te werken en je een soepel overbruggingskrediet op maat te bezorgen, doe je best een beroep op een specialist in overbruggingskredieten. Maak hier meteen een afspraak in één van onze regionale Hypotheek-kantoren.